De hand
Hij bestaat
Weet zich geen raad
Schrijft nutteloos in het zand
En hangt losjes aan de kant
Een andere hand wijkt
Keert zich van hem af
Die zich anders aan hem gaf
Maar wel even naar hem kijkt
En straks weer onder de kraan
Keer op keer
Maar thuis kan het weer
Hij komt nergens meer vandaan
Hij laat zich weer gaan
Geniet van het oude bestaan
Zit aan mond en oog
En jeukt aan de elleboog